De auteur (Roeselare, °1960) van deze blog is musicus (piano, orgel, koor), musicoloog (KULeuven, PhD 2014) en classicus (KULeuven, MA 1983, spec. Grieks, kandidaat PhD 2016 - ).
Beroepshalve geeft hij les (Latijn, Grieks, esthetica) aan het Klein Seminarie te Roeselare.
Naast freelancer als klavierbegeleider en muziekwetenschapper is hij lid van de Adriaen Willaert Stichting / Foundation (Roeselare) en van de Guido Gezellekring.

Op deze blog verken ik bij voorkeur domeinen van 'het onbesliste', i.h.b. deze waar ethiek & esthetiek, verhaal & wetenschap,
retoriek & filosofie elkaar kruisen.
Meer duiding hierover vindt de lezer op de introductiepagina van elk label.

wetenschappelijke bijdragen:

academia.edu




zaterdag 22 juli 2017

Voetnoten bij 'Vlaamse Leeuw slaat Belgisch alarm'

(1) Dit bedrijf in St. Louis (Missouri, VS) was actief van 1894 tot 1911. French Script, een van de vele lettertypes die het liet ontwerpen, werd aangeprezen voor formele aangelegenheden “where an elegant mood was desired.” In het muziekarchief van het Klein Seminarie te Roeselare, dat ik beheer en dat teruggaat tot het begin van de 19de eeuw, komt het zowel in druk als in handschrift voor, maar steeds in documenten uit de jaren 1930.

(2) P. Teilhard de Chardin, Lettre à sa cousine, in Genèse d'une pensée, Paris, Grasset, 1961.
Bron: La dévotion au Sacré-Coeur de Jésus. Chronologie détaillée et textes essentiels. Nouvelle expansion – La dévotion au XXe siècle: 1870 à nos jours (1914-1919): http://spiritualite-chretienne.com/s_coeur/chrono_g4.html (11 juli 2017)

Vlaamse Leeuw slaat Belgisch alarm

Een musicologische oefening

1. Een kalligrafische partituur
2. Het vergeten verleden: de cultus van het Allerheiligste Hart
3. Nagalm van de Groote Oorlog
4. Volckaert, de Man van ‘Noodkreet’
5. Een AVV/VVK-moment(um)
6. Zegen het Land, o Heer
7. Pleidooi voor mentaliteitsgeschiedenis


Enkele jaren geleden werd mij in een oude-boekenhandel een partituur aangeboden. Er zou naar verluidt toch geen koper voor gevonden worden. Door de onberispelijke kalligrafie was zij te bijzonder om weg te gooien, maar een lied met de titel ‘Belgie’s Noodkreet tot het H. Hart’, welke muziekgek vindt dat vandaag nog een vondst? En toch, aan dit lied van Alf. Volckaert op een gedicht van Jef Crick (gedateerd '7-VII-1916'), is ook inhoudelijk iets bijzonders. Bij nader toezien en vooral beluisteren doet het refrein zelfs een dilettant de wenkbrauwen fronsen. Tijd voor een bescheiden musicologische vingeroefening. Willen we immers het vak niet verleren… Ik grijp terug naar (en overtreed met graagte) de methodologische vraag waarmee menige musicoloog sedert Theodor Adorno en, na hem, Carl Dahlhaus zijn/haar studieobject afbakent: wat leert ons de muzikale stand van zaken over de historische stand van zaken? Een vraag die ik net zo graag omkeer. Ziehier mijn plan: na een materiële en formele beschrijving worden tekst en muziek onder de loep genomen in het licht van de titel. Om redenen die op het einde van mijn exposé duidelijk worden, stel ik de identificatie en profilering van de makers zo lang mogelijk uit. In dit geval tot de onze bevindingen vragen om een contextualisering van de feiten. Dit alles moet leiden tot een verklaring voor de musico-poëtische anomalie waarvan het refrein ogenschijnlijk getuigt. Gaandeweg waag ik me tevens aan een hypothese inzake het quasi professionele schoonschrift dat dit al bij al bescheiden muziekwerkje te beurt gevallen is.